Minder bedrijven maken gebruik van de WBSO in 2019
De WBSO in 2019
Jaarlijks rapporteert de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) over de uitvoering van de WBSO in het afgelopen jaar. Op 4 juni is de rapportage over 2019 verschenen: Focus op research & development > De WBSO in 2019.
Minder bedrijven
Zoals te verwachten is van deze rapportage, is het voornamelijk een positief verhaal over hoe goed de WBSO wel niet is. Dat is betrekkelijk: weer minder bedrijven hebben gebruik kunnen maken van de regeling: waar het er in 2018 nog 20.280 waren (waarvan 2.850 starters), waren het er in 2019 20.045 (waarvan 2.710 starters). Ook het aantal toegekende projecten is afgenomen van 130.273 naar 127.579. Het aantal toegekende arbeidsjaren (à 1.400 uur) is wel gestegen van 82.750 tot 84.920. Blijkbaar zijn de individuele uurlonen ook gestegen, want de toegekende R&D-loonkosten zijn gestegen van 4.042 miljoen naar 4.291 miljoen en de toegekende niet-loonkosten van 2.747 miljoen naar 2.831 miljoen. In het totaal is voor de WBSO ruim 1,5 miljard aan loonheffingskorting toegekend.
Onlangs lazen we nog in de NRC dat één enkele aanvrager (Booking.com) in 2019 2.683.538 gesubsidieerde WBSO-uren had gerealiseerd, 2,25% van het totaal aantal toegekend uren. En dat bedrijf staat niet in de top-30 van R&D-bedrijven van het Technisch Weekblad...
Een opvallend staatje uit de Focus is het onderstaande:
Hier wordt aangegeven hoeveel WBSO-projecten de betreffende zoekterm bevatten. Onze ervaring is dat RVO, juist bij dergelijke termen, bedenkingen heeft, omdat RVO - niet ten onrechte - stelt dat voor deze technologieën veel oplossingen al geboden worden door de grote IT-bedrijven. Maar een deel van de op die terreinen verrichte werkzaamheden kwalificeren als WBSO-waardig. Dit omdat maar een klein deel van de werkzaamheden gericht zijn op het ontwikkelen van technisch nieuwe programmatuur.
Al met al blijft de WBSO een belangrijk instrument bij de ontwikkeling van technisch nieuwe producten, productieprocessen en programmatuur.
